Het plan... of het ontbreken daarvan
Wat bracht me ertoe om naar Italië te gaan? Laat me even denken.
Allereerst werd ik aangestoken door kookprogramma's in Italië, zoals die
van Jamie Oliver en (het in Nederland onbekende) David Rocco's Dolce Vita.
Beide programma's schilderen Italië af als een land waar eten nog heel
serieus genomen wordt. Waar het een belangrijke plaats in neemt.
Maar bracht me ertoe om in mijn eentje te gaan, met de auto? Hmmm. Dat is
wat wazig. Vrienden van mij hebben me wel eens aangespoord, maar helemaal op
mezelf? Alles regelen? Alles reserveren? Ik ben een gemaksmens.
Aan de andere kant: ik heb gecompliceerde interesses. Koken, eten, fietsen, wandelen,
fotograferen, dwalen in steden en mijn tijd voor dingen nemen. Geen reisorganisatie
waarmee je in de Dolemieten gaat fietsen en die drie dagen plant in Venetië.
Ik wel...
Dus ik trok de stoute schoenen aan. En hoe dichter de vakantie naderde, hoe meer ik me
er van bewust werd .... dat ik geen enkel plan had. Niet wat ik zou gaan bezoeken, niet
waar ik zou verblijven. Helemaal niets. Iets zei me dat ik me zorgen moest maken. Dat
een vakantie planning vereiste.
De voorbereiding
Er was een voordeel: ik kon vertrekken wanneer ik wilde. En toen ik uiteindelijk, aan het
eind van mijn eerste vakantieweek vertrok, had ik in ieder geval een plan voor de eerste
twee dagen. De route zou door Duitsland en Oostenrijk voeren naar de eerste camping in
Italië. Onderweg naar Italië zou ik overnachten voor München.
In een boekje vond ik een hotel in Eurasburg, een dorpje ten westen van
München.
Voor mijn gemoedsrust vond ik het beter even te reserveren. Ik nam nog even door wat ik
zou zeggen in mijn roestige Duits, pakte de telefoon op en belde. De man aan de
andere kant van de lijn verstond mij en noteerde mijn reservering. Ik hing op en mijn
eerste geslaagde gesprek in een taal anders dan Nederlands of Engels kwam tot een einde.
Ik was enthousiast: mijn Duits was kennelijk nog goed genoeg om een hotelkamer te
reserveren. Never mind de die, der en das.
Nog een voordeel van alleen met de auto op vakantie gaan: je kunt veel meenemen. Met
groepsvakanties geldt meestal een limiet van 20 kilo. Dus vooraf zit je te wikken en
te wegen. Wel of niet die verrekijker mee? Wat doe ik met de Lonely Planet? Het is een
pil, maar ja, ik heb er wel voor betaald. MP3 speler? Okee. Oplader van de MP3 speler?
Okee. Twee aparte boeken over fietsen in Italië (waaronder een andere Lonely
Planet)? Okee. Niets weerhield me om flink in te laden. Ik moest 5 keer heen en weer
lopen tot ik mijn kofferbak vol zat. Het avontuur kon beginnen. In ieder geval had ik
een eigen bibliotheek bij me.
Door Duitsland
Wat moet ik schrijven over rijden door Duitsland? We weten allemaal dat je er hard mag
rijden. En dat het er ook vaak kan. En dat als er 80 op de borden staat, dat je
je er maar beter aan kunt houden of anders kun je een prent krijgen. Maar wie had
gedacht dat voluit kunnen rijden (dat hoeft niet persee 190 km/u te zijn) zo veel
minder moeite kost? Na twee uur rijden ben je nog helemaal fris. Ik reed zonder veel
moeite Frankfurt voorbij (met pauzes uiteraard).
Al die tijd volgde ik mijn TomTom-kloon op weg naar Eurasburg. Maar wat me opviel bij
Frankfurt, was dat, toen ik een afslag miste richting Stutgart, hij onmiddelijk
over ging op plan B. Daarbij reed ik naar München vanaf het noorden, in plaats
van het westen. En dat was gek, want Eurasburg ligt ten westen van München,
dus je verwacht dat de route via München en dan naar het oosten een omweg is.
Eenmaal geparkeerd op een Raststätte kwam ik er achter dat ik op weg was naar
een andere Eurasburg waar toevallig ook een Hauptstraße was. Deze Eurasburg
ligt ten zuiden van München en net wat verder er vandaan.
Na de noodzakelijke correctie reed ik langs München, een deel over B-wegen en
toen weer op de autobahn. Routeplanners kunnen soms gekke dingen opleveren. En
uiteindelijk vond ik tegen zessen de afslag naar mijn hotel. Slechts 6 kilometers
naar eten, comfort en rust. Midden in het dorp klonk het verlossende woord: "U
bent gearriveerd". Meteen zag ik de parkeerplaats van Gasthof zur Post. Ik plante
de auto daar en was blij mijn auto te verlaten.
Het hotel beviel mij. De gang naar mijn kamer was fris en het raam in mijn kamer
stond open. Niet van dat benauwde en dat muffe dat je in de meeste hotels hebt.
Nadat ik mijn bagage weggezet had en mij verfrist had, was het tijd om te eten.
Gasthof zur Post wordt gerund door Kroaten en zo is ook de keuken. Als voorafje
koos ik champignons van de grill, gevolgd door een hoofdgerecht met gegrilld vlees.
Je snapt al: ik hou van grill.
De champignons waren precies wat in na zo'n reis nodig had. Champignons, ontdaan
van hun steel, waren gevuld met een sterke bouillon en in het midden lag sla met
een dressing. De kunst was om de champignons te eten zonder je verhemelte te
verbranden. Maar wat waren ze lekker. Het hoofdgerecht deed erg Grieks aan (of
alle Griekse restaurants doen Kroatisch aan) en was ook lekker.
Na het eten ging ik rechtstreeks naar bed. Ik keek nog even tv. Er was maar een
niet-Duitstalige zender. Dat was CNN. Tijd voor het uit-knopje.